Vrijdag 10 januari was het dan eindelijk zover:
het tweede hoogtepunt in de nog jonge geschiedenis van club 26. Ofwel: het
tweede “uitje”.
Ditmaal was de organisatie op het idee gekomen om
mee te doen aan “Escape from Veenhuizen”. Om 19:00 uur was het verzamelen in
het verenigingsgebouw in Veenhuizen. Het bier uit de taxi was toen al bijna op.
Nadat we de door de vriendelijke mevrouw aangeboden koffie of thee allen
afgeslagen hadden kregen we een korte “briefing”. Daarna werden al gauw achter
elkaar de groepen criminelen afgevoerd.
In groepen van vier moest de barre tocht volbracht
gaan worden. Ondergetekende zat in een groep met Johannes R. (berucht geworden
in de jaren ’90 door het “vinger-in-de-kont incident”), Floris V.
(huisvredebreuk, geluidsoverlast, dragen van steekwapens (18 cm.) en diverse
zedendelicten) en Eize P. (de bekende Pedomaan. Pedomaan, ja. Hij steekt
kindertjes in de hens, oké?).
Als allerlaatste groep mochten wij uiteindelijk
het verenigingsgebouw verlaten en werden we geboeid afgevoerd naar het
startpunt. Daar volgden nog enkele instructies en nadat we ontsnapt waren uit
de isoleercel door het cijferslot te kraken waren we dan echt vogelvrij.
Het was de bedoeling om de op de kaart aangegeven
route te volgen en bij de vermelde posten een opdracht uit te voeren. Dit alles
zou bemoeilijkt worden door diverse bewakers, te voet en per terreinwagen.
Al vrij snel liepen we tegen de eerste vier
bewakers aan en voor we het dan ook goed en wel in de gaten hadden waren de
verbouwereerde “4 van Bakkeveen” in de kraag gegrepen. Er volgde een kort
kruisverhoor, welke Bob en Eize niet besloten af te wachten. De bewakers vonden
het wel prima en Bob en Eize sprintten hun vrijheid tegemoet. Voor dit moment
althans…
Floris en Johannes echter moesten de bewakers
omkopen met de meegekregen Euro’s. Waar Floris nog op het idee kwam om slechts
een deel van het geld af te geven, besloot Johannes gelijk maar z’n hele
enveloppe in te leveren. Goed werk!!!
Nadat ook de laatste twee weer in vrijheid gesteld
waren konden we dan onze weg hervatten. Al snel hoorden we een auto aankomen en
zagen we het zwaailicht naderen. Nadat deze drie keer gepasseerd was, en Floris
en Bob inmiddels in het ongelukkige bezit van een kletspoot waren, was de kust
weer veilig en konden we onze stellingen in de bosrand verlaten.
De tactiek werd doorgesproken en er werd besloten
om meer verspreid te gaan lopen. Twee verkenners voorop, gevolgd op zo’n 50
meter door de andere twee. De laatste twee waren in het bezit van de o zo belangrijke
gevonden koffer, die koste wat kost behouden moest blijven. Om de communicatie
te versoepelen werden lichtsignalen afgesproken. Eén flits is maken dat je
wegkomt, bij drie is de kust veilig. Is de kust veilig, Floris!!!
De eerste de beste maal dat de verkenners Eize en
Bob “signaal veilig” afgeven zien zij onmiddellijk 50 meter achter zich Floris
als een gek over de greppel springen, zich door het prikkeldraad wurmen en het
weiland in rennen. Na zo’n 20 meter laat hij zich languit vallen en wacht
roerloos af wat er komen gaat…
Maar er kwam niks, want het was “signaal veilig”
immers…
De tocht werd hervat. Steeds hinderlijker werd het
geluid van de bevroren broekspijp tot kniehoogte van Floris, welke bij elke
stap tegen het been aantikte. Nog eenmaal wordt een nabij gelegen weiland
bezocht om aan de aankomende terreinwagen te ontkomen en verder waren de
gevaren eerst geweken.
Tot bij punt F op de kaart. Daar stond een klein,
vervallen schuurtje in het land. Gauw werd door Eize en Bob het “alarmsignaal”
gegeven. Uiteraard waren Eize en Bob vanuit het schuurtje zelf al lang
waargenomen. In het vage lichtschijnsel stond een meisje te roepen, “kom maar, ik ben een maatje”. Maar ons
maatje had zich van tevoren al aan ons voorgesteld en had absoluut niet het
leuke koppie wat daar in de deuropening stond, en bovendien zou hij z’n snor
dan wel erg snel (en netjes) verwijderd hebben. Na enige aarzeling uiteindelijk
toch maar naar binnen gegaan. Even gezellig bij “Truus” en “Trees” gezeten, die
voor iedereen de worst even lekker warm maakten.
Na vervolgens door ons “echte maatje” een stukje
per bus vervoerd te zijn kwamen we op het slotstuk van de route uit. Daar
volgde nog een zeer hectisch gedeelte met niet minder dan zes bewakers. Bij
achtervolging 2a werden Johannes en Floris in de kraag gevat, en ontkwamen Eize
en Bob aan de belagers.
Bob verschool zich in een verderop gelegen boomwal
aan de route en wachtte rustig af. Na een tijdje kwamen er eindelijk weer een
paar vage lampjes in zijn richting, drie stuks. Daar zul je de andere drie
groepsleden hebben! “Signaal veilig” geven dus. Nadat Bob enkele malen het
“signaal veilig” aan de drie naderende bewakers had gegeven volgde er een
sprint van zo’n tweehonderd meter over een weiland. Bij het keerpunt (een klein
schuurtje) werd foutloos gewisseld en begon de sprint terug richting bosrand.
Gauw naar het veilige “checkpoint”. Maar omdat Johannes even verderop nog onder
arrest stond waren we als groep niet compleet, en dus ook niet onschendbaar.
Floris, Johannes en Bob waren er gloeiend bij, Eize ontkwam. Na enige tijd een
tokkelende kip nagedaan te hebben (en Floris een klaarkomende kip zo te horen)
mochten we de bebouwde kern van Norg in en zat de tocht er op. Er volgde in het
pannenkoekhuis een enthousiaste verkleedpartij die door de omstanders met
buitengewone belangstelling gevolgd werd.
Daarna met de taxi naar Groningen, waar nog net
even eentje gekocht werd.
Al met al een succesvolle avond, mede dankzij de
inspanningen van alle medewerkers aan de “Escape”.
Zeker een aanrader voor personeelsfeestjes e.d.
Greetings,
Bob